Bettie’s ouders en grootouders
Bettie’s moeder Klaske | Klaske en Tsjip getrouwd | Kleinkinderen van Klaske en Tsjip | Na het overlijden van Tsjip | Bettie’s vader Tsjip
Bettie’s moeder Klaske
De moeder van Bettie, Klaaske Sjoerdsma, is geboren op 18-05-1925 in Hijum. Ze was de oudste dochter en het tweede kind van Ynse Hendriks Sjoerdsma en Dieuke Renderts Jouksma.
Haar vader Ynse was boerenarbeider bij boer Straatsma, ze woonden in een arbeidershuisje in de Hijumer mieden, Hijum 35. Maar toen ze drie jaar was gingen haar ouders terug naar Ternaard. Daar woonden ze, voordat ze naar Hijum gingen, ook. De oudste broer van Klaaske, dat was Sjoerd, was op 10 maart 1923 in Ternaard geboren. In mei 1924 werd vader Ynse boerenarbeider in Hijum, en in mei 1928 gingen ze weer terug.
Eerst woonden ze toen in Fiskbuorren, een paar km. van Ternaard vandaan. Later kwamen ze in Ternaard zelf en woonden ze aan de Nijbuorren. In een brief vertelt haar vriendin Meintsje dat ze al vanaf de kleuterschool vriendinnen waren, dat ze samen in de zandbak speelden. En Klaske moest toen elke dag kilometers lopen om op school te komen, onderweg haalde ze Meintsje dan altijd op. Veel tijd om te spelen hadden ze toen niet, dat werd beter toen Klaske aan de Nijbuorren kwam wonen.
Maar ook toen was de tijd beperkt. Dieuke, de moeder van Klaske, was baakster. Ze heeft heel veel kinderen in Ternaard ter wereld geholpen, ook Meintsje. Maar daardoor was ze veel van huis, en moest Klaske veel meehelpen in het huishouden. Meintsje hielp dan ook wel mee, en als beloning mochten ze daarna naar het kinderprogramma “Ome Keesje” voor de radio luisteren.
Klaske was muzikaal, zoals veel Sjoerdsma’s. Ze ging naar het muziekkorps van Ternaard en speelde eerst bugel en later alt. Zie de foto hieronder van het muziekkorps, Klaske is roodomcirkeld en Sjoerd, de broer van Klaske zit vooraan in het midden.
Ook hield ze van wandelen; nadat ze getrouwd was liep ze in Dokkum elk jaar de wandelvierdaagse mee. Je ziet haar links op de foto met de wandelaarsters.
![]() |
![]() |
Na de lagere school ging ze aan het werk als “lytsfaam“. Ze werkte bij verschillende boerinnen en ook bij een huisarts in de huishouding. Er was geen geld om verder te leren, er moest wat verdiend worden.
De behandeling was soms hard en liefdeloos, maar ze heeft ook wel goede adressen gehad.
Hieronder zie je op de linker foto Klaske met haar vriendin Aal in Ternaard. Met Aal heeft ze haar hele leven contact gehouden, ook toen Aal met Ben getrouwd was en in Hilversum woonde. Op de tweede foto zie je Klaske en Aal samen in Hilversum. En op de derde foto is Klaske bij Meintsje op bezoek in Franeker. Meintsje schreef nog een brief over hun belevenissen toen Klaske overleden was, die kun je hier lezen.
![]() |
![]() |
![]() |
In de oorlog ging ze aan het werk bij het gezin Heinemann in Wiesbaden, Duitsland. Deze mensen hadden een Nederlands dienstmeisje in dienst gehad, maar die was getrouwd. Toen wilden ze graag weer een Nederlandse, omdat het zo goed bevallen was. Dat kwam de ouders van Klaske ter ore, en die vonden dat Klaske daar wel dienstmeid kon worden. Dat gebeurde ook, dus Klaske ging als 17-jarige met de trein naar Wiesbaden, midden in de oorlog.
Ze ging aan het werk bij de heer en mevrouw Heinemann. Een echtpaar zonder kinderen, dat in een villa in een voorname buitenwijk van Wiesbaden woonde, aan de Freseniusstrasse. Je ziet het echtpaar hieronder in hun woonkamer. Je ziet Klaske op de foto linksonder in de tuin van de Heinemanns.
Ze heeft het heel erg getroffen bij die mensen, ze waren als een vader en moeder voor haar. Mevrouw Heinemann was streng, maar rechtvaardig zei Klaske altijd.
Op zondag kreeg ze de gelegenheid om naar de kerk te gaan. Klaske zocht in Wiesbaden een kerk op en kwam toevallig in een Baptistenkerk terecht. Toen ze de eerste keer daar naartoe ging werd ze na afloop uitgenodigd bij mensen op de koffie. Deze mensen hadden een dochter Edith, die ongeveer even oud was als Klaske, en zij werden vriendinnen. Ze schreef ook in het poesiealbum van Klaske, zie hieronder.
Edith was later verpleegster, ze schreven ook later nog regelmatig met elkaar.
Edith had nog een jongere broer, Günther Plass, en die nam de correspondentie over nadat Edith in 1990 overleed.
Nadat Klaske overleden was in 2016 schreven Günther Plass en zijn vrouw nog een brief met herinneringen, die kun je hier lezen.
Mevrouw Heinemann heeft nog lang geleefd, ze is ruim 100 jaar geworden.
Klaske werkte dus in de oorlog bij fam. Heinemann, en ze heeft er veel bombardementen meegemaakt. Ze moesten vaak in een schuilkelder zitten, dat was wel traumatisch.
In 1945 ging Klaske weer terug naar Ternaard. Maar de contacten met de familie Heinemann bleven. Nadat Klaske met Tsjip getrouwd was zijn ze samen nog een aantal keren naar Wiesbaden geweest. De heer en mevrouw Heinemann zijn ook nog een keer in Dokkum op bezoek geweest.
Na de oorlog ging ze in Ternaard weer bij verschillende gezinnen werken. O.a. bij de familie Vlasman, waar een kindje met het Downsyndroom was geboren, en die daarom hulp nodig hadden. Een dochter van familie Vlasman woont in Buitenpost en zij heeft veel over haar belevenissen met Klaske aan Bettie verteld.
Op een gegeven moment werkte Klaske een poosje als hulp in de huishouding bij familie Venema in Brantgum. Tsjip Woudwijk kwam regelmatig bij familie Venema, ze woonden vlakbij zijn ouders. Zo troffen Tsjip en Klaske elkaar, en ze werden een paar. Tsjip was monteur bij de NOF in Dokkum.
Hun eerste uitje, waarbij ze elkaar wat beter konden leren kennen, was een avondje naar “De tiid hâld gjin skoft” van Tetman en Jarich.
Tsjip en Klas getrouwd
Op 23 september 1947 trouwden ze, de trouwfoto zie je hieronder links. Klaske was toen 22 jaar oud en Tsjip 26 jaar, hij was geboren op 26-01-1921 in Brantgum. Hij was de oudste zoon van Rienk Tjipkes Woudwijk en Elisabeth Meinderts van der Mei.
Tsjip en Klas woonden eerst bij de ouders van Klaske in in Ternaard want er was moeilijk aan een woning te komen.
Maar na een half jaar kregen ze gelukkig een woning toegewezen in Dokkum: Karrepad 6. Daar werden Rienk en Joke geboren. Daarna verhuisden ze naar de Kloostersingel, en daar werd Bettie geboren.
Na twee jaar op Kloostersingel A110 verhuisden ze naar de Wâlddyk 40. Ook daar woonden ze maar kort, vandaar gingen ze naar Rondweg Noord tegenover het bejaardentehuis “Rêst en Utsjoch”. Daar brachten de kinderen het grootste gedeelte van hun jeugd door. En Klaske heeft ook nog in “Rêst en Utsjoch” gewerkt, dat was lekker dichtbij.
En ze woonden daar ook dicht bij de NOF-werkplaats. Dat was handig, want Tsjip ging tussen de middag altijd naar huis om te eten. Hij had dan maar weinig tijd, maar zijn Klaske zorgde er voor dat het eten op tafel stond als hij thuiskwam. En dan kon het allemaal net.
In de vakantie gingen ze meestal een week naar Ameland. Ze konden via de personeelsvereniging van de NOF daar een caravan huren, en later een huisje.
Alle benodigdheden werden in een kist gestopt, en die werd naar Ameland vervoerd. Zelf gingen ze op de fiets. Het huisje moest natuurlijk van top tot teen worden schoongemaakt, aan het begin van de week en ook voordat ze vertrokken.
![]() |
![]() |
![]() |
Klaske hield van muziek en van dansen. Ze nam de arbeidsvitaminen op de radio vaak op met de bandrecorder, en dan luisterden ze daar ‘s zaterdagsavonds naar. Televisie was er niet.
Klaske was zo nu en dan depressief, ze is daarom een aantal keren opgenomen geweest. Rienk, Joke en Bettie gingen dan soms een poosje bij familie wonen, of er kwam een gezinsverzorgster in huis.
Na een opname ging Klaske vaak een poosje naar de familie Heinemann, eerst in Wiesbaden, later in Limburg am Lahn, om weer tot rust te komen. En in 1963 kwamen de heer en mevrouw Heinemann op bezoek bij Bettie’s ouders.
Toen Joke werd geboren was dat het vierde geslacht in vrouwelijke lijn. De grootmoeder van Klaske, Klaaske Boonstra, woonde in Huizum en is 99 jaar geworden. Toen ze 90 jaar was is haar rechter arm nog geamputeerd.
Op de foto hieronder (rechts) zie je van links naar rechts Klaaske Boonstra, Joke Woudwijk, Dieuke Jouksma en Klaaske Sjoerdsma.
De foto hieronder links is in 1965 gemaakt in Madurodam tijdens een familiebezoek bij Meint, Beitske en Ineke van der Mei in Maarsbergen. Rechts daarvan is van een uitstapje op Urk in 1965. Daarnaast: familieweekend in Alblasserdam bij Jan en Hil Verkerk met dochters Wies en Wilma. De familiefoto rechtsonder is gemaakt op de Wâlddyk 40 in Dokkum toen Meint, Nienke met hun kinderen Griet en Rienk op visite waren.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Rienk, Joke en Bettie groeiden voorspoedig op.
Na de lagere school ging Rienk naar de ULO, daarna naar de UTS en toen naar de HTS.
Joke ging naar de huishoudschool. Daarna ging ze werken bij de eerste Vivo-supermarkt in Dokkum. Winkelen met een karretje was iets nieuws! Geen boodschappen meer bij de toonbank bestellen maar vrij door de winkel lopen en je boodschappen in de kar leggen. Bij de kassa afrekenen.
Bettie ging naar de ULO, toen naar de vormingsklas en daarna ging ze naar de School voor Huishoudkundigen.
Op 11 september 1970 trouwde Joke met Jan van der Wal, en ze gingen bij Tsjip en Klas inwonen aan de Rondweg.
Op 27 september 1974 trouwde Bettie met Rienk van der Beek, en ze gingen in Buitenpost wonen.
Een paar maanden later, op 29 november 1974 trouwde Rienk met Saapke de Vries, en zij gingen in Dokkum wonen aan de IJsvogel. Rienk werkte toen bij Prins in Dokkum.
![]() |
![]() |
![]() |
Kleinkinderen van Tsjip en Klas
Nadat Joke, Bettie en Rienk getrouwd waren was het huis ineens bijna leeg. Maar er veranderde veel, want er kwamen kleinkinderen en daar genoten Tsjip en Klas met volle teugen van.
Op de eerste foto hieronder is Klaske op de wipwap met Tjipke en Maaike van Rienk en Saapke. Dit was op camping “Het land van Bartje” in 1980, op de verjaardag van Klaske.
Op de tweede foto zit Jan Theo in de wandelwagen.
Daarnaast helpen Paul en Theo hun beppe om op de boot te stappen.
De vierde foto is in Dokkum genomen, Jelle met pake en beppe op het ijs.
De vijfde foto is in de herfstvakantie van 1984 genomen, toen Jan Theo en Folkert bij pake en beppe aan de Hoedemakersweg in Dokkum logeerden.
Daarnaast een bladzijde uit het dagboek/agenda van Klaske, waarin je leest dat Folkert en Jelle bij hen logeerden in 1988. “Ze zijn zo gehoorzaam en lief, er is geen werk mee!” schrijft beppe Klaske.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Op 1 januari 1983 ging Tsjip met de VUT nadat hij een half jaar daarvoor zijn 45-jarig jubileum had gevierd. Ze kochten toen een stacaravan op “Camping America” in Een bij Roden in Drente, waar ze vanaf dat moment heel vaak naar toe gingen. Ze noemden hem “Rêst en Utsjoch”, net zo als de naam van het rusthuis voor hun woning aan de Rondweg.
Ook wij waren er regelmatig in het weekend. Er was ook een zwembad bij, het Ronostrand was in de buurt en in Roden kon je mooi winkelen.
![]() |
![]() |
In 1989 ging het niet goed met Bettie’s moeder. In het academisch ziekenhuis in Groningen kreeg ze de diagnose “hartfalen”. De drukte met de stacaravan konden ze toen niet meer aan, die werd verkocht.
In 1988 werd het oude bejaardentehuis Dockaheem afgebroken, en er kwamen nieuwe appartementen voor in de plaats.
Tsjip en Klas vroegen zo’n appartement in Nieuw Dockaheem aan en ze kregen er één toegewezen. Daarheen verhuisden ze in 1990, dus de tuin hoefden ze niet meer te onderhouden.
Ook het warm eten konden ze van Nieuw Dockaheem krijgen, en er was een alarm zodat ze hulp konden krijgen als er iets aan de hand was.
Tsjip en Klas hebben nog een aantal goede jaren in Dockaheem gehad. Tsjip werd vrij snel voorzitter van de bewonerscommissie.
In 1992 waren Tsjip en Klas 45 jaar getrouwd. Dat vierden we samen in “Old Dutch” in Zwaagwesteinde.
In januari 1995 vierden we nog samen de 74-ste verjaardag van Tsjip, in Surhuisterveen.
Maar vrij snel daarna kreeg Tsjip last van zijn rug. Hij ging een poos naar de fysiotherapeut, maar het werd niets beter. Tenslotte ging hij maar eens naar het ziekenhuis voor controle. Toen bleek dat hij botkanker had. Het ging snel achteruit, en op 02-06-1995 overleed hij in de Sionsberg in Dokkum.
De crematie was op 6 juni in Goutum. De herdenkingstoespraak werd uitgesproken door Eke Postmus-Heeringa, een vriendin van Tsjip en Klas.
Na het overlijden van Tsjip
We zaten er erg over in hoe het na het overlijden van heit Tsjip met Klaske zou gaan, omdat ze voor ons gevoel veel op Tsjip steunde. Maar het ging eigenlijk heel goed.
Ze ging regelmatig met vakantie naar Fredeshiem, bij Steenwijk.
Ze kocht een electrische fiets, en zo kwam ze wel bij ons op de fiets. En ze maakte regelmatig gebruik van de goedkope taxi voor ouderen.
En we vierden haar verjaardag meestal met elkaar. Dat hebben we op een heleboel verschillende plaatsen gedaan. Een paar keer in de Brasserie in Opeinde (vlak bij Jan en Joke in Rottevalle), bij ons thuis, bij Theo en Marit in Heerenveen, in Dokkum.
Hieronder vind je foto’s van die verjaardagen.
In 2010 ging het slechter met de gezondheid van Klaske, ze kreeg meer problemen met haar hart en ze werd een paar keer in het ziekenhuis in Dokkum opgenomen. Ze werd ook vergeetachtiger en op een gegeven moment werd de diagnose gesteld dat ze beginnende dementie had.
Toen ze weer eens met hartproblemen werd opgenomen in de Sionsberg kon ze, nadat ze weer wat opknapte, eigenlijk niet weer terug naar Nieuw Dockaheem. Gelukkig was er een kamer voor haar in Haersmahiem in Buitenpost, en daar ging ze toen wonen. Ze was heel blij dat ze daar kon wonen, en dat ze even naar ons toe kon lopen want ze woonde maar zo’n 200 meter van ons huis.
Er waren ook regelmatig uitjes. En Dineke Oostra heeft Klaske zelfs zo ver gekregen dat ze nog op de alt speelde. Klik maar eens op de linker foto hieronder, dan hoor je haar spelen.
In de nacht van 1 op 2 april 2016 werden we opgebeld dat er iets mis was met Klas. Ze had een hartstilstand gekregen, terwijl ze in haar stoel zat. Een arts concludeerde dat ze al in de avond van 1 april was overleden.
Toen moest er direct gehandeld worden, want ze had haar lichaam ter beschikking van de wetenschap gesteld.
Haar lichaam werd diezelfde morgen opgehaald. Dus geen begrafenis of crematie.
Wel werd er een afscheidsdienst gehouden in de grote zaal van Haersmahiem.
Voorgangster was Jana Leenheer. Haar inleiding kun je hier nalezen.
Bettie las haar herinneringen aan haar ouders voor, dat kun je hier lezen.