Stamboom van Rienk en Bettie van der Beek

Jan was eerst arbeider, later gardenier in Niawier.
Behalve zoon Rendert (zie hieronder) waren er nog 3 kinderen: Jouke, geboren in 1807 in Zwaagwesteinde, overleden op 06-02-1832 in Niawier, 25 jaar oud; Jouke was ongehuwd en net als zijn vader gardenier.
Ook nog dochter Antje, geboren op 03-01-1812 in Niawier. Antje is op 03-01-1857 gehuwd met Pier Jans de Vries, 36 jaar oud. Antje is overleden op 06-03-1904 in Niawier, 92 jaar oud.
En nog dochter Janke, geboren op 23-12-1815 in Niawier. Janke is overleden op 23-04-1823 in Niawier, 7 jaar oud.
 
In 1832 was Grietje volgens het kadaster eigenaar van perceelnr. 708 met een huis en erf, oppervlakte 410 vierkante meter.
In 1843 verkoopt Grietje 3/4 deel van een huis te Niawier voor fl. 150 aan haar zoon Rindert.
Als ze overlijdt in 1854 woont ze in huis nummer 9 in Niawier.

Jan Jouksma was de grootvader van Dieuwke Jouksma, de grootmoeder van Bettie.
Jan trouwde, toen hij 24 was, met de 13 jaar oudere Trijntje Lei. Trijntje had al een dochtertje Johanna gekregen op 08-08-1853 in Nijkerk. Johanna was een buitenechtelijk kind, ze overleed al na acht dagen.
Trijntje overleed 14 dagen nadat ze met Jan Jouksma was gehuwd.

Rendert en Klaaske waren de overgrootouders van Bettie.
Klaaske heeft in haar jeugd bittere armoede gekend. Soms werd ze naar bed gestuurd met een stuk koolraap als het brood op was.
Als meisje werkte ze als “lytsfaam” bij een boer boven Dokkum. Ze moest na het melken altijd de melkemmers boenen op een vlonder met ijskoud water, zelfs als er een hevige sneeuwbui was.
Ze had één zondag per maand vrij en liep dan op zaterdagavond, na het melken, naar haar ouders in Wouterswoude: de Foksegatten. Toen de boer eens zei dat het weer te slecht was om naar Wouterswoude te lopen, antwoordde ze: “Zo goed als ik hier met een laag sneeuw op mijn rug kan werken, kan ik ook naar huis lopen”.
 
Klaaske en Rendert woonden in Huizum in een huisje bij de dorpskerk.
Klaaske fietste tot op hoge leeftijd. Voor de verjaardag van haar kleinzoon Rindert had ze een kinderkruiwagen laten maken. Die kruiwagen werd op haar fiets vastgebonden en zo fietste ze, ruim 80 jaar oud, van Huizum naar Ternaard. Ze fietste op 90-jarige leeftijd nog door Leeuwarden.
Toen ze 90 was fietste ze eens over de Schrans, en sloeg ze linksaf naar de Huizumerlaan zonder goed uit te kijken. Wel had ze haar arm uitgestoken. Ze werd aangereden door een vrachtwagen. Haar fiets was total loss, en zelf was ze iets gekneusd. Ze was heel boos op de chauffeur, ze schold hem de huid vol en eiste een nieuwe fiets. De chauffeur zei dit ook nog toe.
Even later kreeg ze vernauwing in de bloedvaten, de rechter arm werd zwart en moest worden afgezet. Daarna was het fietsen afgelopen. Ondanks deze handicap woonde ze tot haar 99ste op zichzelf. Ze deed haar hele huishouden met één hand.
Dochter Tjoukje kreeg een dochtertje (Aukje) toen ze nog ongehuwd was. Zij woonden een poosje bij Rendert en Klaaske in, dat zie je in onderstaand rapport uit het bevolkingsregister.
 

 
Klaaske Boonstra had twee zusters: Elske Boonstra, geboren op 07-11-1876, en Folkje Boonstra, geboren op 30-07-1881.
Elske trouwde met een neef van Rendert: Rindert de Vries, een zoon van Doetje Jouksma. Zij emigreerden met hun drie kinderen Harmen (geb. 06-03-1900), Tjoukje (geb. 11-10-1902) en Doetje (Dora, geb. 06-12-1905) op 27-06-1910 naar de VS. Zij gingen wonen in Grand Rapids, Michigan.
Hun dochter Tjoukje werd in de VS Susie genoemd. Zij trouwde in 1920 met Eeltje Hovinga, die op 7 Dec 1894 in Hallum was geboren, en in 1912 met zijn ouders naar de VS emigreerde. Eeltje werd in Amerika Albert genoemd.
In 1931 werden Susie en Albert veroordeeld, ze hadden hun pasgeboren kindje om het leven gebracht. Zie onderstaande artikelen.
Susie en Albert werden niet oud; Susie overleed op 01-06-1939 en Albert op 29-12-1944.
De ouders van Susie overleefden haar. Moeder Elsie overleed op 20-01-1967 en Reindert op 05-01-1947.

Folkje trouwde met Thomas van der Weide en ze emigreerden met hun zoontje Hendrik op 08-05-1905 naar de VS.
 
Op de derde foto hieronder zie je Klaaske thee inschenken met de linkerhand, haar rechterarm was geamputeerd.
De linker foto is de trouwfoto van Klaaske en Rendert.
Op de tweede foto zie je Klaaske met kleindochters Bettie en Joke (van Tsjip en Klas Woudwijk), en kleinzoon Yso (van Sjoerd Sjoerdsma).

Jan Jouksma was een broer van Dieuke Jouksma, de grootmoeder van Bettie.
Jan is in 1948 verongelukt. Hij was bezig de draden van een telefoonpaal los te maken, toen de paal het begaf en omviel.
Jan en Hendrika woonden in Jelsum. Hendrika was een dochter van Freerk Hendriks van der Weide en Tjitske Klazes Sijens. Ze had na het overlijden van Jan als huisgenoot Klaas Oberman.

Tjitske Jouksma was een nicht van Klaaske Sjoerdsma, de moeder van Bettie.

Tjoukje Jouksma was een zuster van Dieuke Jouksma, de grootmoeder van Bettie.
Sjoerd was metselaar, later (in 1945) was hij waker bij de nachtveiligheidsdienst.
Sjoerd was, toen hij trouwde met Tjoukje, weduwnaar van Elisabeth van Breeden (1899-1924), met wie hij trouwde op 29-04-1920 in Dantumadeel. Sjoerd en Elisabeth hadden toen drie kinderen: Ruurd (geboren in 1920, overleden 11-04-1945, hij was kelner), Roelof (geboren in 1923), en Tjimkje (geboren eind 1924, overleden 08-03-1925, 3 maand oud).
 
Zoon Ruurd was kelner, hij woonde op Perkstraat 38 in Leeuwarden, en hij was gehuwd met Elisabeth Reitsma. In de tweede wereldoorlog was hij pelotonscommandant van de BS (binnenlandse strijdkrachten)
Hij is met 12 mannen gefusilleerd als represaille voor een aanslag op het spoorwegtraject Leeuwarden-Harlingen.
Zijn naam staat op het gedenkteken bij de brug aan het Van Harinxmakanaal bij Dronrijp.
Op zijn graf staat de toorts van Stichting Friesland 1940-1945. Hij is begraven in Leeuwarden op de Noorderbegraafplaats, Erehof vak 4 rij 1E nummer 10. Klik hier als je het verhaal over de represaille wilt lezen.
 
Toen Tjoukje met Sjoerd trouwde had Tjoukje al een dochtertje: Aukje. Tjoukje en Aukje woonden bij de ouders van Tjoukje in, totdat Tjoukje met Sjoerd trouwde. Aukje kreeg niet de achternaam van Sjoerd, het bleef Aukje Jouksma.
Tjoukje en Sjoerd woonden op Paulus Moreelsestraat 19 te Huizum. Maar in 1950 gingen ze scheiden.Later trouwde Sjoerd met Leentje Lassche, geboren 12-01-1913, overleden 07-08-1995.
Sjoerd is begraven in Wouterswoude, samen met Leentje Lassche.

Aukje Jouksma was een nicht van Klaaske Sjoerdsma, de moeder van Bettie.
De familie Hoornveld weet alles van vlinders. Er heeft in 1977 een artikel in de Leeuwarder Courant gestaan over deze vlinderfamilie. Onderstaande foto stond bij dat artikel afgedrukt. Klik hier als je dat artikel wilt lezen.

In 2015 heeft er weer een artikel in de krant gestaan over deze familie, omdat Hessel en Aukje toen 65 jaar getrouwd waren.
Klik hier als je dat artikel wilt lezen.
 

Klaaske Kooistra was een nicht van Klaaske Sjoerdsma, de moeder van Bettie.
Bettie noemde haar “tante Klas”. Tante Klas maakte maatkorsetten en ze bracht die persoonlijk naar haar klanten, overal in de provincie. Ze reisde meestal per bus.
Klaaske had in de oorlog een vriend: Gerben Hallema.
Die werd op 04-02-1945 doodgeschoten. Gerben woonde in Grouw, hij was boerenknecht en lid van het verzet.
Op zondagmorgen 4 februari 1945 was hij onderweg met de was van een hele week naar zijn ouders.
Gerben werkte in de afgelegen buurtschap Pean onder Nes (Utingeradeel), hij moest onderduiken om de arbeitsinzet te ontlopen.
Op de wandelweg langs het Pikmeer werd hij aangehouden door een patrouille van de SD. Hem werd te verstaan gegeven dat hij naar het centrum van het dorp moest lopen. Bij de Oosterveldsbrug ondernam hij een vluchtpoging. Om hem tot stoppen te dwingen werd enkele keren in de lucht geschoten, maar hij wist zijn achtervolgers van zich af te schudden.
De knallen in de vroege morgen trokken echter de aandacht van de Oostenrijkse Gefreiter Anton Vigolz, die de wacht hield bij de zogenaamde Halbertsma-villa waar een aantal SD’ers hun intrek hadden genomen. Toen Vigolz, een erkend scherpschutter, de vluchter uit de Lytse Buorren de Stationstraat in zag hollen, loste hij één schot. De afgevuurde kogel trof Hallema dodelijk in het hoofd. Een groot deel van de dag bleef het lichaam op straat liggen. Zijn naam prijkt op het oorlogsmonument voor het voormalige gemeentehuis van de inmiddels niet meer bestaande gemeente Idaarderadeel.
Klik hier als je het krantenartikel over de dood van Gerben Hallema wilt lezen.
 

Fimmy Kooistra was een nicht van Klaaske Sjoerdsma, de moeder van Bettie.

Dieuke werd Djo genoemd. Ynse en Djo waren de ouders van Klaske Sjoerdsma, de moeder van Bettie. Ze woonden in Ternaard, aan de Nijbuorren. Daar zijn Sjoerd, Tjitske en Rendert geboren. Klaske is in Hijum geboren, want van mei 1924 tot mei 1928 was pake Ynse boerenarbeider bij boer Straatsma in Hijum, zie onderstaand rapport uit het bevolkingsregister van Hijum.
 

 
Na de oorlog is pake Ynse slikwerker geweest, in het kader van buitendijkse landaanwinning: er moesten greppels worden gegraven en rijsdammen worden gemaakt en onderhouden. Dit kon alleen als het laagwater was. Pake Ynse ging dan in zijn zelfgemaakte slikslee, waarin zijn gereedschap en eten en drinken meegenomen kon worden, naar de werkplek. Die slee gleed gemakkelijk over het slik, zo nu en dan even met een been afzetten.
Beppe Djo was “baakster” (kraamverzorgster). Dat heeft ze meer dan veertig jaar gedaan, zie onderstaand krantenartikel.

Ze stelde jaren lang voor een kaatspartij in Ternaard de hoofdprijs, een zilveren kaatsbal, beschikbaar. Die kaatspartij werd de “Ynse-Djo partij” genoemd.